De kettingsteek wordt ook wel ‘losse’ genoemd. Door deze kettingsteek te herhalen krijg je een ketting. Alle haakwerken beginnen met een ketting van lossen.
Hoe maak je een kettingsteek?
1. Sla de draad die vanaf je bol komt één keer over je haaknaald heen
2. Haak de draad achter het haakje van je haaknaald
3. Trek de draad door het lusje heen
4. Je hebt nu één losse gehaakt
In haakpatronen wordt een ketting van lossen met een hele rij ovalen aangeduid:
Ga net zolang door tot je genoeg lossen hebt voor je project. Maak om te oefenen bijvoorbeeld een hele lange ketting!
Tip!
Haak aan het einde van je ketting één extra losse. Deze noem je de keerlosse, die moet je altijd maken om een nieuwe rij te beginnen. Deze losse hoort dus bij de nieuwe rij en niet bij de begin ketting.