Vlak voor de zomer kreeg ik een mailtje van mijn vroegere juf Nederlands. In september zou haar nieuwe prentenboek verschijnen en ze was voor haar lesbezoeken op zoek naar iets speciaals… een tot leven gewekte versie van de knuffel uit haar boek. Er was echter iets bijzonders aan dit knuffelbeestje. Zo bijzonder dat ze de knuffel – bij welke winkel dan ook – nooit zou kunnen vinden. Of ik er in kon slagen om die knuffel tevoorschijn te toveren met de haaknaald….
Ontwerpkeuzes
Voor een haakontwerper zijn dit superleuke en ook wel uitdagende verzoeken. Want ontwerp je iets wat je helemaal zelf bedenkt, dan bepaal jij als ontwerper de kleur, de vorm, de uitstraling en meer. Nu lag er al een fantastische illustratie klaar en moest ik die zien te vangen in een haakontwerp. Zodanig dat dát de knuffel was uit het verhaal.
Ik liet me dat natuurlijk geen twee keer vragen. Ik ging de uitdaging maar al te graag aan en ik ontving – onder strikte geheimhouding 😉 – de illustraties van het prentenboek. Het ontwerpproces kon beginnen! Als eerste oriënteerde ik me op het soort garen en (ai ai moeilijk!) de kleur. Ik besloot al snel voor slijtvast katoen te gaan. Lekker stevig en ook nog mooi als het knuffeltje door menig kinderhandje zou worden geaaid. Het soort tint roze was een ingewikkeldere keuze. Gelukkig had ik een deskundig panel van zowel schrijfster als illustratrice en deze keuze werd dan ook snel unaniem gemaakt.
De bestelling van het garen werd geplaatst en binnen de kortste keren lag de brievenbus vol met roze wolletjes. Een paar avonden lagen de wolletjes naar me te lachen. Van mijn dochter kreeg ik al snel smekend het verzoek om van het zachte fluffy garen een knuffel voor haar te maken. Dat motiveerde mij om maar eens te gaan beginnen. Alle begin is moeilijk, maar ik zou wel zien waar het schip zou stranden.
Ik begon bij de pootjes en bestudeerde elke toer de tekening weer opnieuw. Bij de heupen iets breder? Dan zorgde ik dat ik wat steken ging meerderen aan de zijkant van het lijf. Bovenkant wat smaller? Dan moest er geminderd worden. Als je de amigurumi technieken beheerst kun je op deze manier eenvoudig eigen patronen ontwerpen (ja, ook jij!). Oogjes werden wel 20 keer geplaatst en weer verwisseld. Het gezicht passend krijgen is misschien wel één van de moeilijkste aspecten van het ontwerpproces. Het beestje kreeg kleine armpjes, beentjes én er moest nog een keuze worden gemaakt. Want kreeg het knuffeltje een krulstaart of toch een pomponnetje op zijn bil?
Dubbeldieren
Al snel was het diertje geboren. Het was niet langer een plaatje uit een boek. Een boek waarin dubbeldieren zoals tijgerhaaien, neushoornvogels en bigkikkers de hoofdrol spelen. Avond na avond groeide het ontwerp steeds verder tot een zacht, roze, aaibaar en grappig dubbelbeestje. Lange fluffy oren, een roze snuitje, een schattig krulstaartje. Het kon niet anders. Dit was …
een varkenshaasje!
Benieuwd naar dit haakpatroon dat hoort bij het prentenboek ‘Van Bigkikker tot Neushoornvogel’ van Marlies Verhelst en Jenny Bakker (Uitgeverij De Vier Windstreken)?
Omdat het bijna Kinderboekenweek is, heb ik het patroon uitgeschreven. Het is hier gratis te downloaden.
En wil je meer amigurumi haken? In de nieuwste Aan de Haak Special staan maar liefst 20 amigurumi patronen!
Veel haak – én leesplezier!
-X-
Marjolein
@marjolein_haakt @leijnscreativegreenhouse
